Deze pagina vertelt over Ernst Mosch en "Die Original Egerländer Musikanten". Ernst Mosch is enorm belangrijk geweest voor de wereld van de Tsjechische volksmuziek en de Egerländermuziek in het bijzonder.
Ernst Mosch werd geboren op 7 november 1925 in Zwodau (thans: Svatava) bij Falkenau, het huidige Sokolov, aan de rivier Ohre (Eger in Duits). Als 8 jarige speelde hij al in de Falkenauer KnabenKapelle “DOTZAUER”. In de gemeente Zwodau, had men op een inwonertal van 16.000, 3 senioren kapellen en 5 jeugd kapellen. Na zijn schooltijd gaat zijn wens in vervulling en mag hij naar het conservatorium in Oelsnitz/Vogtland.Daarna moet hij in militaire dienst en zo ook de oorlog in. In februari 1945 raakt hij gewond in Breslau en komt als 19 jarige in het hospitaal terecht. Aan het einde van de oorlog vlucht Ernst Mosch naar Bayern en speelt veel voor Amerikanen in een Big Band Jazzorkest en later in het Hamburger Rundfunk Orchester. In 1951 vond hij de weg naar het Südfunk Tanzorchester van Erwin Lehn en ontmoet Ernst Mosch zijn latere Egerländer kollega's. Met deze mensen werden 5 door hem gearrangeerde titels, waaronder RAUSCHENDE BIRKEN, voor de Stuttgarter omroep ten gehore gebracht. Het publiek is zeer verrast. Vijf jaar later op 21 april 1956 richtte hij met enkele vrienden de “Original Egerländer Blasmusik” op.
Het "begrip" ERNST MOSCH und seine ORIGINAL EGERLÄNDER MUSIKANTEN is geboren. De naam Egerländer Musikanten dankt zijn oorsprong aan de rivier de Eger die in Tsjechië, het geboorteland van Ernst Mosch, stroomt. De rivier Eger ontspringt in het Fichtelgebergte (Duitsland) en bereikt snel Tsjechië waar zij verder gaat als Ohre, stroomt dan aan de voet van het Reuzengebergte noordoostelijk en mondt uit in de Labe (Elbe). Aan de bovenloop van de Ohre, nabij de Duitse grens ligt de stad Cheb (Eger in het Duits), met 31.000 inwoners.
Van de titel RAUSCHENDE BIRKEN werden 1 miljoen exemplaren verkocht. Dat was in 1960. In meer dan 40 jaar heeft Ernst Mosch zijn stempel op de blaasmuziek gedrukt met 29 gouden, platina en diamanten platen. Hij verkocht meer dan 42 miljoen grammofoonplaten en CD’s. Hij gaf TV-optredens in ruim 40 landen over de hele wereld.‘De Von Karajan van de volksmuziek’ werd hij schertsend wel eens genoemd met een knipoog naar z’n klassieke collega Herbert von Karajan.Ernst Mosch overleed op 15 mei 1999 op 73-jarige leeftijd in zijn woonplaats Unter-Germaringen in de Zuid-Duitse Allgäu (Beieren).
Na het overlijden van Ernst Mosch trad het orkest eerst zonder dirigent op. De leiding werd de eerste tijd gevoerd door Ernst Hutter en Tony Scholl samen. Zij speelden al in het orkest van Ernst Mosch. Sinds 2003 heeft de tenorhornblazer Ernst Hutter de leiding alleen en treden zij op onder de naam Ernst Hütter und Die Egerländer Musikanten. Hutter speelt daarnaast ook als solo-trombonist in de SWR-big-band, waarin Ernst Mosch in de jaren 50/60 ook als solotrombonist speelde.
Van Ernst Mosch zijn een aantal videoregistraties te vinden op YouTube.
In principe bestaat in de Tsjechische volksmuziek het onderscheid in Böhmische muziek en Moravische muziek. Kenmerkend voor de Böhmische stijl is de rustige speelstijl waarbij een polka wat langzaam en gemoedelijk wordt gespeeld en de Tsjechische accenten niet zo sterk worden benadrukt. Het speeltempo in de Moravische stijl ligt hoger en er wordt meer met accenten gespeeld. De Moravische stijl is beïnvloed door de Slavische cymbaalmuziek. De al eerder genoemde Egerländermuziek van Ernst Mosch is een op de böhmische muziek gebaseerde “sound”. Deze muziek is meegenomen naar Duitsland door de vele honderdduizenden Duitse bewoners van Egerland die na de tweede wereldoorlog door deTsjechische overheid gedwongen werden hun geboortegrond (Egerland werd al eeuwenlang bewoond door Duitsers) te verlaten. Oorspronkelijk had de kapel van Mosch (een geboren Egerländer) een normale Tsjechische bezetting. Later is deze uitgebreid met bijv. een Eb Bas, fluit, enkele tenor/baritons, trombones, meerdere flügels en een hoorn. Naast dus een grotere bezetting, waardoor een meer orkestrale klank, ontstond, was er begin 70-er jaren een duidelijke overgang te merken naar een meer “wollige studio-klank”. Sommige liefhebbers van het eerste uur typeerden dit als: “Het is alsof er een deken over het orkest ligt”.